Homepage UNIZO Zoek
Gemeentelijk structuurplan: waarover gaat het?


Het ruimtelijk ordeningbeleid lijkt soms mijlen ver af te staan van de dagelijkse beslommeringen van de zelfstandige ondernemer. Toch zijn een aantal cruciale elementen van het ondernemen zeer nauw verbonden met ruimtelijke ordening en ruimtelijke planning.
Het aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning is immers het einde van de keten. Het al dan niet toekennen van die vergunning hangt af van het gevoerde beleid en de toekomstvisie van het Vlaams gewest, de provincie en de gemeenten.

Structuurplannen moeten een kader bieden voor alle toekomstige beslissingen, en dit voor de diverse sectoren. Het woonbeleid, de ontwikkeling van natuur en groen, grote infrastructuren, toekomst voor de landbouw,.....en dus ook vestigingsmogelijkheden voor distributie en productiezaken worden bepaald door dit ruimtelijk ordeningsbeleid.
Ruimtelijke planning moet zo duidelijkheid creëren voor investeringen van zelfstandige ondernemers.
Dit kader moet niet alleen een antwoord bieden op dringende vragen, maar ook naar de toekomst toe bedrijfszekerheid en ruimte voor investeringen bieden.

Op dit moment worden we met een aantal problemen geconfronteerd : onduidelijkheid over mogelijke vestigingen voor grootdistributie, onzekerheid over het voortbestaan van zonevreemde bedrijven, mobiliteitsproblemen bij werknemers, bij bevoorrading,...
Dit is het gevolg van een niet-onderbouwd en niet toekomstgericht ruimtelijk-ordeningsbeleid.

Het 'Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen' wil dit vroegere beleid bijsturen en met een 'trendbreuk' een en ander duidelijk stellen en verbeteren.
Hiervoor vertrekt men van vier basisprincipes, die op alle niveau's worden doorgetrokken :

  • De selectieve uitbouw van stedelijke gebieden, waar gerichte verweving en bundeling van diverse functies centraal staat om zo de bestaande stedelijke structuren optimaal te gebruiken en te beheren.
  • Behoud en versterking van het buitengebied, de open ruimte waarbij de bestaande kernen het wonen en werken gaan opvangen en bundelen
  • Een selectieve concentratie en versterking van economische activiteiten binnen de bestaande economische structuren.
  • Optimaliseren van de bestaande verkeers- en vervoersinfrastructuren.

Deze basisprincipes van het RSV worden vertaald naar het provinciale en het gemeentelijk niveau. Hierbij moet de gemeente rekening houden met een aantal grote lijnen en beslissingen die door de provincie worden vastgelegd, en de provincie moet dit doen ten opzichte van het Vlaams niveau.
De gemeentelijke planning en de uitwerking ervan is het niveau waar de zelfstandige ondernemer het meest mee te maken krijgt. Structuurplanning en zelfstandige ondernemers.

Structuurplanning en zelfstandige ondernemers.

Structuurplanning is een andere manier van omgaan met de ruimte. Zo wordt er niet specifiek aan sectorplanning gedaan waarbij elke sector de haar toegewezen ruimte kan en mag benutten. Er wordt integendeel vertrokken van een globale visie op de gemeente, waarbij er wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke verweving van diverse functies.
Zo moeten de diverse functies elkaar versterken en aanvullen. De zelfstandige ondernemer, zij het nu productie of distributie, moet hier zijn plaats zoeken en vinden, hij moet de ruimte krijgen om zich te vestigen op een locatie waarbij hij mee ondersteund wordt en zelf ook mee andere functies ondersteunt.

Een distributiezaak in de kern, die het commerciële leven versterkt en die met alle vormen van vervoer bereikbaar is, die mee het beeld van die kern bepaalt is hier een typisch voorbeeld van.
Een productieonderneming die omwille van milieu of ruimteproblemen op een bedrijventerrein is gevestigd, kan mee profiteren van bepaalde gemeenschappelijke voorzieningen op dat terrein, kan eventueel zelfs meestappen in een globaal vervoersplan en zo een stukje mee het mobiliteitsprobleem oplossen.

De structuurplannen en de ruimtelijke uitvoeringsplannen moeten meer duidelijkheid creëren, maar vooral zekerheid over mogelijke vestigingsplaatsen, uitbreidingsmogelijkheden en investeringen naar de toekomst toe.
Het is hierbij de bedoeling sturend op te treden, een kader te creëren waarbij voor iedereen, klein of groot, duidelijk is wat de mogelijkheden en accenten zijn binnen bepaalde gebieden, waarbij uitzonderingssituaties zoveel mogelijk worden vermeden.Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.

Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.

Een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is een beleidsvisie, waarbij er uitspraken worden gedaan over het huidige, maar vooral over het toekomstige ruimtegebruik. Hierbij wordt rekening gehouden met de basisprincipes van het RSV, maar uiteraard ook met de bestaande structuren en het huidig ruimtegebruik.

Een structuurplan bestaat daarom steeds uit drie delen. Een informatief gedeelte schetst de bestaande toestand, bestudeert trends, formuleert een aantal prognoses.

Een richtinggevend deel geeft een schets van de gewenste ruimtelijke structuur, geeft richtingen aan voor het toekomstig ruimtegebruik. In de bindende bepalingen worden een aantal beslissingen vastgelegd, alsook de instrumenten om het ruimtelijk beleid vorm te geven.

Wanneer we dit voor het grondgebied van de gemeente bekijken, betekent dit :

Voor het informatief gedeelte :

Een schets van de ruimtelijk structuur, van de natuurlijke functies en van de historisch gegroeide ontwikkelingen en de menselijke ingrepen op de ruimte. Ook de ruimtelijke situering van het ruimer gebied, de ruimtelijke en functionele relaties met de buurgemeenten en de grote structuurbepalende elementen komen aan bod.

De planningsruimte binnen het provinciaal en Vlaams structuurplan wordt er onder de loep genomen. De heersende tendensen, knelpunten en mogelijke kansen worden er uitgewerkt. De bijkomende behoefte aan woningen en bedrijvenruimte, veelal op een hoger niveau vastgelegd wordt er verfijnd.

Voor het richtinggevend gedeelte :

De ruimtelijke visie op de gemeente wordt er uitgewerkt, met concrete uitspraken over woon- en leefstructuur, de open ruimte en de natuurlijke structuren, de huidige en toekomstige concentraties van economische activiteiten en belangrijke en beeldbepalende elementen of functies binnen de gemeente.

Zowel de sectorale benaderingen rond mobiliteit, economie, wonen, milieu,... als de uitwerking van mogelijke deelgebieden in de gemeente komen hier aan bod.

Voor de bindende bepalingen :

Hier worden een aantal maatregelen vastgelegd die het structuurplan concreet gaan uitwerken. Eens het structuurplan is goedgekeurd, kan van die bindende bepalingen niet worden afgeweken.

Er wordt een selectie en indeling gemaakt van de lokale wegen ( de andere wegen worden op de hogere niveaus uitgewerkt) , types woongebieden en strategische projecten worden vastgelegd.
Tevens neemt men opties op verder uit te werken onderzoeken, uitvoeringsplannen en actieprogramma'sUitwerkingsinstrumenten.

Uitwerkingsinstrumenten

Een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is een beleidsplan, legt visies en grote lijnen vast. Een verdere concrete uitwerking is echter nodig als basis voor het afleveren van stedenbouwkundige vergunningen.

Het belangrijkste instrument is het ruimtelijk uitvoeringsplan. Deze plannen zullen op termijn de nu nog geldende gewestplannen en BPA's vervangen. Op basis van deze plannen kunnen stedenbouwkundige vergunningen worden afgeleverd. Een ruimtelijk uitvoeringsplan legt niet alleen bodembestemmingen vast, maar kan ook inrichtingvoorwaarden en stedenbouwkundige voorschriften bevatten. Verordeningen op gemeentelijk vlak kunnen de Vlaamse of provinciale verordeningen aanvullen of verfijnen. Deze verordeningen hebben niet alleen betrekking op het bouwen, maar ook op mobiliteit, parkeren, groenvoorziening,..

Verder kan een gemeente gebruik maken van minder gekende, maar zeker niet minder efficiënte instrumenten : convenanten, samenwerkingsverbanden, strategische projecten,... . Een gemeente moet in elk geval werk gaan maken van een goed grond- en pandenbeleid. Alleen op die basis kan de gemeente zelf ook een actieve partner worden in de realisatie van haar eigen ruimtelijk ordeningsbeleid.Bevoegdheden en taken van de gemeente.

Bevoegdheden en taken van de gemeente.

De gemeente krijgt binnen het nieuwe decreet op de ruimtelijke ordening heel wat bevoegdheden. Dit kan echter niet zomaar, de gemeente moet hiervoor aan een aantal basisvoorwaarden voldoen. Zij moet bewijzen dat zij op een gegronde en onderbouwde basis haar beslissingen kan nemen.

Het allereerste, de basis, is een gemeentelijk structuurplan. Een structuurplan dat tot stand is gekomen na grondige informatie en overleg met de bevolking, zodat het ook mee gedragen wordt door die bevolking.

Verder moet de gemeente een goed zicht hebben op de bestaande toestand en mogeliikheden op haar grondgebied. Dit gebeurt aan de hand van drie registers.

  1. Het register van de onbebouwde percelen geeft een goed idee van de bouwmogelijkheden binnen de bestaande plannen.
  2. Het plannenregister moet een beeld geven van alle geldende plannen op het grondgebied.
  3. Het vergunningenregister vermeldt per perceel alle afgeleverde of geweigerde vergunningen, alsook mogelijke p.v.'s.

Het plannen- en vergunningenregister moeten het voor de gemeente en voor een individu dat wil gaan investeren makkelijker maken om vlug en accuraat de randvoorwaarden en voorschriften te kennen. Dit gebeurt aan de hand van een stedenbouwkundig uittreksel, wat de informatie uit de twee registers vermeldt (het vroegere stedenbouwkundig attest nr.1).

Om dit alles in goede banen te leiden moet de gemeente beschikken over een stedenbouwkundig ambtenaar.

Pas wanneer deze vijf voorwaarden zijn vervuld, is een gemeente een stuk autonomer om bijvoorbeeld vergunningen af te leveren en kan een en ander sneller dan vroeger verlopen.

De doorzichtigheid en openbaarheid van het ruimtelijk ordeningsbeleid wordt verbeterd door de verplichting aan de gemeente om jaarlijks een programma openbaar te maken én ook jaarlijks een verslag toe te lichten over de realisatie van het vorig programma.
De adviescommissie ruimtelijke ordening, die niet overal bestond of niet overal goed werkte,wordt verplicht gemaakt voor gemeenten vanaf 10.000 inwoners én krijgt een belangrijke taak toegewezen. Deze commissie heet voortaan GECORO (GEmeentelijke COmmissie Ruimtelijke Ordening).
Tijdens het structuurplanningsproces is de gemeente verplicht om minstens één informatievergadering voor de bevolking te organiseren. In de praktijk worden er wel meer georganiseerd gedurende de loop van het proces, vaak ook voor diverse bevolkingsgroepen of groeperingen.


Voor meer informatie: uw regionale adviseur en Mia Vancompernolle

 

 
Terug naar vorige pagina Maak een afdruk van deze pagina:
Bestuurderskrant Juni 2014