Homepage UNIZO Zoek
Mobiliteit: Beter openbaar vervoer met lokale input

Basismobiliteit, waarbij het openbaarvervoer drastisch werd uitgebreid naar vrijwel alle woonzones in Vlaanderen is zo goed als gerealiseerd. Dit wil evenwel niet zeggen dat alle belangrijke bestemmingen ook door dat openbaar vervoer bediend worden.Daar draait het om in het ‘netmanagement’, de volgende doelstelling die de Lijn en de Vlaamse overheid willen verwezenlijken.

Waar basismobiliteit een uitbreiding van het aanbod betrof wil de Lijn met het netmanagement vraaggericht gaan werken: KMO-zones en industriegebieden bedienen, missing links realiseren, bedieningstijden uitbreiden waar nodig,… Dit moet uiteraard goed en grondig gepland worden om de beschikbare middelen in te zetten waar ze het meest nodig zijn.

Na een eerste inventarisatie via het screenen van de mobiliteitsplannen en een bevraging van gemeenten, worden de behoeften aan openbaar vervoer in beeld gebracht. Op basis daarvan wordt onderzocht welke projecten effectief voldoende meerwaarde bieden. Al deze projecten kunnen niet tegelijkertijd worden opgestart en uitgevoerd, daarom zullen deze in jaarprogramma’s worden gestoken.
 Een gemeente heeft het beste zicht op de belangrijke hiaten in openbaar vervoer verbindingen die er momenteel op haar grondgebied zijn en op de belangrijke bestemmingen die een nieuw aanbod van openbaar vervoer vereisen.

Een attent gemeentebestuur dat het goed voorheeft met zijn inwoners en met de lokale economie praat in de komende maanden met de Lijn.
 Voor een ondernemersvereniging die wil streven naar een beter aanbod van openbaar vervoer in functie van de lokale economie is dit het moment van handelen. Denk, praat en leg voor.  

Mobilometer als instrument tot duurzame dialoog.  Mobiel 21 ontwikkelde een nieuw instrument om te meten hoe er wordt omgegaan met het mobiliteitsvraagstuk en hoe duurzaam het gemeentelijk mobiliteitsbeleid is. De mobilometer wil bijdragen tot de dialoog tussen het lokale middenveld en het gemeentebestuur. Een breed opgezet overleg moet richting geven aan het gemeentelijk mobiliteitsbeleid. UNIZO-besturen die mobiliteit op de agenda willen plaatsen vinden hier mogelijks een instrument.Kan gratis digitaal aangevraagd worden via www.mobiel21.be.. 

Succesfactoren van een winkelstraat: onlangs verscheen een studie die WES uitvoerde in 22 West-Vlaamse gemeenten betreffende welke omgevingsfactoren leegstand kunnen bepalen. Uiteraard zijn er nog andere factoren die de aantrekkingskracht van een winkelstraat mee beïnvloeden (bv. kwaliteit van het aanbod) maar betreffende de omgevingsfactoren kwam de studie tot volgende, soms opmerkelijke, conclusies:

  • De attractiviteit en het daarmee gepaard gaande succes van een winkelstraat wordt grotendeels bepaald door de stedenbouwkundige kwaliteit en door een aantrekkelijk publiek domein. Vooral groen-elementen spelen hier een belangrijke rol
  • De gevoelswaarde en dan vooral het gevoel van verkeersveiligheid spelen een niet te verwaarlozen rol. De kans op leegstand is het laagst in autovrije straten. Zone-30 werkt beter dan helemaal geen verkeersregime. Meer leegstand in straten met twee of meer rijstroken, net als in straten met meer dan één richting.
  • De functionaliteit van een winkelstraat is van belang. Comfortabele voetpaden, aanwezigheid van fietsrekken,…
  • De loopafstand tussen de winkel en de meest nabije parkeerplaats beïnvloed de kans op leegstand niet.
  • Openbaar vervoer rijdt bij voorkeur niet door de winkelstraat zelf.
  • Bereikbaarheid inzake toelevering en bevoorrading is onontbeerlijk. 

Meer informatie: Stef Broodcoorens, adviseur mobiliteit

 
Terug naar vorige pagina Maak een afdruk van deze pagina:
Bestuurderskrant Juni 2014